Gezondheid
meer weten over de gezondheid van het paard? Je vindt het allemaal hier!
Snel verder kijk dus.
Snel verder kijk dus.
Medicijnen
Inentingen
Tegen sommige paardenziektes bestaan vaccins. Een vaccin is een stof met daarin de ziekte waartegen men een pony wil beschermen. De pony wordt er niet echt ziek van, maar als reactie op deze ingespoten stof, gaat het lichaam antistoffen aanmaken. Hierdoor zal de pony niet ziek worden als de ziekte een keer heerst.
Er zijn twee ziektes waartegen een pony in ieder geval beschermd kan worden door regelmatige inentingen. Dat zijn tetanus en influenza. Het laatste is paardengriep. De pony krijgt koorts, wordt snotterig en gaat minder eten. Tetanus is erger: vaak gaat een pony hieraan dood. De ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die bijvoorbeeld in een wond leeft. De pony kan dan nauwelijks nog lopen.
Influenza- en tetanus-prikken gaan altijd samen. Een veulen moet de eerste twee prikken na zes tot negen weken gehad hebben. De derde moet na een halfjaar en daarna elk jaar één. Dit heet een herhalingsenting of ‘booster’.
Wormenkuren
Elke pony en elk paard heeft last van wormen, een worminfectie heet dit. Het is belangrijk dat het geen grote infectie wordt. De wormen leven meestal in de maag of darmen. Ze kunnen daar grote schade aanrichten! Er zijn veel verschillende soorten, de belangrijkste zijn ‘strongyliden’ en ‘veulen-wormen’. Ook kennen we de lintworm, spoelworm en horzellarven (geen worm, maar een inwendige parasiet).
Een goed weide-onderhoud, perfecte stalhygiëne en een ontwormschema zorgen ervoor dat een pony geen koliek of conditieverlies oploopt. Een wormenkuur kan een pasta, poeder of korrels zijn. De meeste mensen vinden een pasta het handigst, omdat die in een doseerspuit zit. Niet alle pony’s willen een wormenspuit; sommige worden er helemaal wild van.
Lees goed de bijsluiter en geef de juiste hoeveelheid. Iets meer maakt niet uit, maar als je te weinig geeft, wennen de wormen aan het middel en werkt het niet meer. Ontworm ongeveer een keer in de twee maanden!
Tegen sommige paardenziektes bestaan vaccins. Een vaccin is een stof met daarin de ziekte waartegen men een pony wil beschermen. De pony wordt er niet echt ziek van, maar als reactie op deze ingespoten stof, gaat het lichaam antistoffen aanmaken. Hierdoor zal de pony niet ziek worden als de ziekte een keer heerst.
Er zijn twee ziektes waartegen een pony in ieder geval beschermd kan worden door regelmatige inentingen. Dat zijn tetanus en influenza. Het laatste is paardengriep. De pony krijgt koorts, wordt snotterig en gaat minder eten. Tetanus is erger: vaak gaat een pony hieraan dood. De ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die bijvoorbeeld in een wond leeft. De pony kan dan nauwelijks nog lopen.
Influenza- en tetanus-prikken gaan altijd samen. Een veulen moet de eerste twee prikken na zes tot negen weken gehad hebben. De derde moet na een halfjaar en daarna elk jaar één. Dit heet een herhalingsenting of ‘booster’.
Wormenkuren
Elke pony en elk paard heeft last van wormen, een worminfectie heet dit. Het is belangrijk dat het geen grote infectie wordt. De wormen leven meestal in de maag of darmen. Ze kunnen daar grote schade aanrichten! Er zijn veel verschillende soorten, de belangrijkste zijn ‘strongyliden’ en ‘veulen-wormen’. Ook kennen we de lintworm, spoelworm en horzellarven (geen worm, maar een inwendige parasiet).
Een goed weide-onderhoud, perfecte stalhygiëne en een ontwormschema zorgen ervoor dat een pony geen koliek of conditieverlies oploopt. Een wormenkuur kan een pasta, poeder of korrels zijn. De meeste mensen vinden een pasta het handigst, omdat die in een doseerspuit zit. Niet alle pony’s willen een wormenspuit; sommige worden er helemaal wild van.
Lees goed de bijsluiter en geef de juiste hoeveelheid. Iets meer maakt niet uit, maar als je te weinig geeft, wennen de wormen aan het middel en werkt het niet meer. Ontworm ongeveer een keer in de twee maanden!
Gebreken
Gallen
Een gal is een zacht beengebrek dat geen kwaad kan. Het enige vervelende is dat het er misschien niet zo mooi uitziet als het een grote bult is. Ze kunnen rond de kogels en koten zitten aan de voor- en achterbenen, maar ook op het spronggewricht. Het zijn sponsachtige zwellingen die je in kunt drukken.
Gallen ontstaan door een irritatie waarbij teveel gewrichtsvloeistof wordt aangemaakt. Deze zogenaamde ‘smeerolie’ gaat uitpuilen en dan krijg je dus die zachte bultjes. Er kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals overbelasting, afwijkende standen of verkeerd hoefbeslag. Oudere pony’s hebben eigenlijk altijd wel galletjes.
Schiefels
Een schiefel is een hard beengebrek. Het is een uitstekend botje en het voelt dus ook hard, en soms zelfs scherp. Het hoeft geen problemen te veroorzaken, maar dat kan wel, als het dicht bij een pees zit. Een schiefel komt het meest voor aan de binnenkant van de pijp van het voorbeen. Soms zitten ze aan de zijkanten of achterbenen.
Soms ontstaat een schiefel van binnenuit als er iets mis is met het beenvlies. Het kan ook van buitenaf ontstaan, bijvoorbeeld door een trap van een ander paard. Een schiefel is niet mooi om te zien, maar kan meestal geen kwaad.
Een gal is een zacht beengebrek dat geen kwaad kan. Het enige vervelende is dat het er misschien niet zo mooi uitziet als het een grote bult is. Ze kunnen rond de kogels en koten zitten aan de voor- en achterbenen, maar ook op het spronggewricht. Het zijn sponsachtige zwellingen die je in kunt drukken.
Gallen ontstaan door een irritatie waarbij teveel gewrichtsvloeistof wordt aangemaakt. Deze zogenaamde ‘smeerolie’ gaat uitpuilen en dan krijg je dus die zachte bultjes. Er kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals overbelasting, afwijkende standen of verkeerd hoefbeslag. Oudere pony’s hebben eigenlijk altijd wel galletjes.
Schiefels
Een schiefel is een hard beengebrek. Het is een uitstekend botje en het voelt dus ook hard, en soms zelfs scherp. Het hoeft geen problemen te veroorzaken, maar dat kan wel, als het dicht bij een pees zit. Een schiefel komt het meest voor aan de binnenkant van de pijp van het voorbeen. Soms zitten ze aan de zijkanten of achterbenen.
Soms ontstaat een schiefel van binnenuit als er iets mis is met het beenvlies. Het kan ook van buitenaf ontstaan, bijvoorbeeld door een trap van een ander paard. Een schiefel is niet mooi om te zien, maar kan meestal geen kwaad.
Gevaar
Verwondingen
Op het erf, in de stal en op het weiland neem je natuurlijk voorzorgsmaatregelen om te zorgen dat je pony zich nergens aan kan verwonden. Prikkeldraad, glas, een omgevallen hooivork, spijkers en kapotte hekken mogen echt niet voorkomen. Toch kan het gebeuren dat een pony zich verwond. Als er een ongeluk gebeurt, moet je de dierenarts erbij halen. Alleen kleine wondjes kun je zelf verzorgen met ontsmettingsmiddel. Als je pony ergens een diepe snee heeft, zal hij gehecht moeten worden. Dit kan nog binnen een paar uur na het ongeluk. Als de dierenarts gaat hechten, verdooft hij meestal eerst. Na het hechten krijgt je pony een paar dagen antibioticum. De dierenarts zal ook vaak een extra tetanus-injectie geven om deze bacterie geen kans te geven.
Zorg dat je weet wat er aan de hand is als je de dierenarts belt, zodat je precies kunt vertellen wat er gebeurd is en hoe de situatie nu is.
Houd je pony zo rustig mogelijk.
Kreupelheid
Een pony is kreupel wanneer hij niet normaal kan lopen doordat hij ergens pijn heeft. In vaktermen wordt het ook wel ‘niet rad lopen’ of ‘onregelmatig in de beweging’ genoemd. Er zijn twee soorten kreupelheid: de belastingskreupelheid en de bewegingskreupelheid. Bij de eerste vorm wil de pony geen gewicht zetten op een bepaald been. Bij de tweede vorm heeft hij pijn bij het bewegen zelf. Als een pony zowel bij het belasten als bij het bewegen pijn heeft, spreek je van een gemengde kreupelheid.
Soms kan je al zien dat een pony pijn heeft als hij nog stilstaat. Hij zet dan een voorbeen naar voren of staat continu op rust met één van zijn achterbenen. Het is lastiger als je de kreupelheid alleen kan zien als de pony loopt. Bij de voorbenen zie je dit het beste door de pony op een vlakke weg te laten draven. Hij zal de zere kant zo min mogelijk belasten en zijn gewicht, met een plof, op het gezonde been neer laten komen. Op het moment dat het gezonde been op de grond komt, zal de pony met zijn hoofd knikken. Doet hij dat bijvoorbeeld bij het rechter voorbeen, dan weet je dat er iets mis is met het linker voorbeen. Met de achterbenen gebeurt ongeveer hetzelfde. De heup aan de pijnlijke kant zakt in draf dieper dan de gezonde kant.
Om precies te weten wat er aan de hand is, heb je een goede dierenarts nodig.
Op het erf, in de stal en op het weiland neem je natuurlijk voorzorgsmaatregelen om te zorgen dat je pony zich nergens aan kan verwonden. Prikkeldraad, glas, een omgevallen hooivork, spijkers en kapotte hekken mogen echt niet voorkomen. Toch kan het gebeuren dat een pony zich verwond. Als er een ongeluk gebeurt, moet je de dierenarts erbij halen. Alleen kleine wondjes kun je zelf verzorgen met ontsmettingsmiddel. Als je pony ergens een diepe snee heeft, zal hij gehecht moeten worden. Dit kan nog binnen een paar uur na het ongeluk. Als de dierenarts gaat hechten, verdooft hij meestal eerst. Na het hechten krijgt je pony een paar dagen antibioticum. De dierenarts zal ook vaak een extra tetanus-injectie geven om deze bacterie geen kans te geven.
Zorg dat je weet wat er aan de hand is als je de dierenarts belt, zodat je precies kunt vertellen wat er gebeurd is en hoe de situatie nu is.
Houd je pony zo rustig mogelijk.
Kreupelheid
Een pony is kreupel wanneer hij niet normaal kan lopen doordat hij ergens pijn heeft. In vaktermen wordt het ook wel ‘niet rad lopen’ of ‘onregelmatig in de beweging’ genoemd. Er zijn twee soorten kreupelheid: de belastingskreupelheid en de bewegingskreupelheid. Bij de eerste vorm wil de pony geen gewicht zetten op een bepaald been. Bij de tweede vorm heeft hij pijn bij het bewegen zelf. Als een pony zowel bij het belasten als bij het bewegen pijn heeft, spreek je van een gemengde kreupelheid.
Soms kan je al zien dat een pony pijn heeft als hij nog stilstaat. Hij zet dan een voorbeen naar voren of staat continu op rust met één van zijn achterbenen. Het is lastiger als je de kreupelheid alleen kan zien als de pony loopt. Bij de voorbenen zie je dit het beste door de pony op een vlakke weg te laten draven. Hij zal de zere kant zo min mogelijk belasten en zijn gewicht, met een plof, op het gezonde been neer laten komen. Op het moment dat het gezonde been op de grond komt, zal de pony met zijn hoofd knikken. Doet hij dat bijvoorbeeld bij het rechter voorbeen, dan weet je dat er iets mis is met het linker voorbeen. Met de achterbenen gebeurt ongeveer hetzelfde. De heup aan de pijnlijke kant zakt in draf dieper dan de gezonde kant.
Om precies te weten wat er aan de hand is, heb je een goede dierenarts nodig.
Ziektes
Droes
Streptococcus equi, zo heet de bacterie die droes veroorzaakt. De bacterie infecteert de lymfeklieren van de kaak en keel waardoor de pony een zere keel krijgt en niet meer goed kan slikken. Als de ziekte erger wordt, krijgt de pony koorts. Hij eet en drinkt niet meer en er komt dik slijm uit zijn neusgaten. Dan ontstaan er abcessen (dikke bulten) bij de onderkaak of keel. Na een dag of vier gaan deze stuk, dan zal de pony opknappen.
Het is vaak geen goed idee om een pony met droes met antibioticum te behandelen. Dan kan de ziekte zich namelijk door het hele lijf verspreiden. De dierenarts schrijft zalven voor die ervoor zorgen dat de abcessen sneller weggaan. Ook kunnen er hete, vochtige doeken op de ontstekingen gelegd worden.
Goedaardige droes komt vooral voor bij jonge paarden en pony’s en is super besmettelijk! Als een pony droes heeft, moet hij meteen geïsoleerd worden. Dat betekent dat hij ver van de andere paarden af moet staan. Ook voer, borstels en halsters moeten apart gehouden worden. Via je kleren of schoenen kan je ook droes overbrengen, dus moet je zorgen dat alles, na een bezoek aan een zieke pony, grondig schoongemaakt wordt!
Hoefbevangenheid
Deze ziekte komt meestal voor aan de hoeven van de voorbenen en soms aan die van de achterbenen. Het wordt veroorzaakt door een storing in de stofwisseling waardoor verkeerde stoffen in de bloedvaten van de hoeven terechtkomen. Hierdoor beschadigen ze en daar heeft de pony erg veel pijn van. Om zo min mogelijk op zijn zere hoefjes te staan, zet de pony zijn voorbenen ver naar voren. De achterbenen komen wat meer onder het lichaam te staan voor het evenwicht.
Een pony met hoefbevangenheid heeft koorts en zijn hoeven voelen warm aan. Ook eet hij minder en ziet hij er erg ziek uit. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk een dierenarts komt, want in een paar uur kan er al veel mis gaan. Het hoefbeen (een bot in de hoef) kan gaan kantelen en door de hoef heen komen. De dierenarts kan verschillende dingen doen, zoals het geven van medicijnen, een dieet samenstellen of soms zelfs opereren in een kliniek.
Een oorzaak van hoefbevangenheid kan zijn dat de pony in één keer heel veel hardvoer binnenkrijgt. Bijvoorbeeld als hij een voerton heeft opengebroken. Ook kan het komen door een langdurig transport, een zware buitenrit op een harde ondergrond, het binnenhouden van de nageboorte na het veulenen of het eten van jong gras in een voorjaarswei.
Hoefkatrol
Hoefkatrol wordt ook wel hoefkatrolontsteking genoemd. Het is een ziekte waarbij een pony kreupel is door pijn aan het gebied rond de hoefkatrol. Die zit in het achterste gedeelte van de hoef. Het is een verzameling van straalbeentje, diepe buigpees, hoefgewricht en spieren die hieraan vast zitten. Wat je moet onthouden, is dat de diepe buigpees over het straalbeentje heen loopt waarbij het als een soort katrolletje werkt. Het straalbeentje kan ruw worden, waardoor de pees er niet meer goed overheen glijdt. Hierdoor ontstaat de pijn en de kreupelheid.
Hoefkatrol komt voor aan de voorbenen en de kreupelheid wisselt tussen het linker- en rechterbeen. Soms is het na een paar dagen over als de pony rust heeft gehad. Maar het vervelende is dat het altijd weer terugkomt! De dierenarts laat de pony over een harde weg draven en voltes maken. Zo kan hij de benen onderzoeken. Röntgenfoto’s kunnen een echte uitslag geven. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk; welke het wordt, ligt aan de ernst van de ziekte. Er kunnen pijnstillers gegeven worden of alleen rust, maar er kan ook speciaal hoefbeslag worden aangebracht. In het ergste geval worden de zenuwen die de pijn veroorzaken met een operatie uitgeschakeld.
Hoest
Je moet altijd aandacht schenken aan het geproest van je lieveling. Als het namelijk verwaarloosd wordt, kan het ernstige gevolgen hebben. Hoesten is een gevolg van irritatie aan de keel of luchtpijp. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat je pony te veel slijm heeft als hij verkouden is. Bij iedere hoest gaan er een aantal longblaasjes stuk die niet meer genezen. In erge gevallen heeft een pony chronische hoest; dat gaat niet meer weg. En nog erger, het kan leiden tot dampigheid. De longinhoud is dan verminderd en de pony moet veel moeite doen om de zuurstof die hij nodig heeft naar binnen te krijgen. Je kan dat zien aan de ademhaling: die gaat ‘in tweeën’. De pony gebruikt dan zijn buikspieren om ‘mee te pompen’. Als een pony verkouden is, moet je hem goed laten uitzieken en altijd de dierenarts bellen als het hoesten langer dan een paar dagen duurt. Als de pony weer beter is, kan de training langzaam opgebouwd worden. Zo raken zijn longen niet overbelast.
Bij een hooi-allergie is het hoesten een reactie op stof en schimmelsporen die in stro of hooi zitten. De pony moet zo veel mogelijk buiten staan en in de stal moet zaagsel liggen in plaats van stro. Het voer moet geweekt worden in water zodat het helemaal stofvrij is.
Koliek
dodelijke buikpijn...
Buikpijn bij paarden of pony’s wordt koliek genoemd. Het voer dat een pony eet wordt door de darmen geduwd door een voortdurende beweging. Dit heet met een moeilijk woord ‘peristaltische beweging’. Het is natuurlijk belangrijk dat de darmen altijd blijven werken, anders raakt de boel van slag. Het kan wel eens voorkomen dat de darmfunctie door iets verstoord wordt, bijvoorbeeld verstopping, gasophoping of een worminfectie. Bij koliek wordt een pony onrustig, hapt naar zijn buik, gaat zweten en als het ernstig is ook rollen. Het verschil met normaal rollen is dat de pony zich niet uitschudt na het opstaan en al heel snel weer gaat rollen.
Als je koliek vermoedt en het is niet binnen een uur over, waarschuw dan de dierenarts! Laat de pony aan de hand rondstappen. Dat houdt hem bezig en hij kan zich zo niet verwonden. Het is ook belangrijk dat je hem warmhoudt. Als de dierenarts er is, zal hij naar de darmen luisteren en misschien een medicijn geven. Als het hele erge koliek is waarbij een slag in de darmen is ontstaan, zal de pony zo snel mogelijk geopereerd moeten worden in een kliniek.
Maandagziekte
Stel, een pony heeft zondags niet gelopen, omdat de eigenaresse geen tijd had. Ze komt in de avond even langs om te voeren en geeft hem wat extra’s omdat ze het een beetje zielig voor hem vindt. De volgende dag gaat ze rijden, maar de pony loopt niet. Hij heeft er geen zin in. Na een kwartier gaat hij helemaal niet meer voor of achteruit en begint te zweten, rillen en krijgt koorts…
Als dit gebeurt, is het hoogstwaarschijnlijk maandagziekte, ook wel ‘tying up’ genoemd. Dat is een ziekte die ontstaat door een verkeerde inschatting van het lichaam over het brandstofverbruik. Het ontstaat als de pony op een rustdag dezelfde hoeveelheid hardvoer krijgt als wanneer hij moet trainen. Tijdens het werk vraagt het lichaam om voedingsstoffen, maar in plaats daarvan worden spiervezels aangetast of zelfs afgebroken. In ernstige gevallen plast de pony donkerbruine urine.
Dek de pony warm toe en laat hem op zijn plekje staan terwijl jij de dierenarts belt. Leg goed uit wat de problemen zijn! De dierenarts zal pijnstillers en spierverslappers geven. Verder moet de pony het een tijdje rustig aan doen. Vervang voortaan, op een rustdag, een deel hardvoer door ruwvoer of geef gewoon iets minder.
Mok
Aan de huid van de benen gaat nog wel eens iets mis. Mok is een van de ziektes die zich op het onderbeen bevindt, vooral in de kootholte. Het is een soort eczeem dat het gevolg kan zijn van een modderige wei, langdurig in een vieze box staan of doordat de benen vaak met water geschrobd zijn. De ziekte begint met een wondje dat zich, in vochtige en onhygiënische omstandigheden, uitbreidt tot een groter oppervlak met korstjes en soms kloven. Als het erger wordt, kan het paard kreupel gaan lopen.
Je mag mok absoluut niet met water behandelen. Maak de huid schoon met een droge, niet-pluizende doek en mokzalf of -olie. Zinkzalf of een mengsel van zoete olie met zwavel is ook goed. Je kan de pony ook homeopathische druppels geven. Wacht niet met de bestrijding van de ziekte, anders loopt de pony het risico op een chronisch dik been (olifantspoot) of zelfs bloedvergiftiging waarbij het been tot de lies opzwelt.
Is een paard gevoelig voor mok, zorg er dan voor dat hij in een droge stal staat. Maak de benen altijd goed schoon en droog en vet de kootholte in voordat het paard naar buiten gaat.
Rhinopneumonie
Voor deze ziekte bestaan inentingen, maar die werken niet helemaal honderd procent. Rhinopneumonie is een virusziekte die in verschillende soorten bestaat. Een van deze soorten is een tijdelijk griepje bij jonge paarden. Dat gaat meestal vanzelf weer over en ze hebben er weinig last van. Voor drachtige merries heeft rhinopneumonie wel gevolgen: het veulen komt dood of niet levensvatbaar ter wereld. Het is dus verstandig om jonge paarden en pony’s bij drachtige merries vandaan te houden. Een ander type van deze ziekte is helaas nog erger. Ook deze begint met een beetje koorts en de pony eet minder dan normaal. Dit valt wel mee, maar het nare is dat ongeveer de helft van de zieke dieren binnen een week een verlamming aan de achterhand krijgt.
Merries moeten tijdens de dracht drie keer een inenting krijgen om ervoor te zorgen dat ze deze akelige ziekte niet krijgen. Op stoeterijen is men heel bang voor rhinopneumonie. Er is een keer een groot gedeelte van de drachtige Lippizaners in het Oostenrijkse Piber door de ziekte getroffen. Er kwamen toen veel dode veulentjes ter wereld…
Rotstraal
Iedereen weet dat het onderhoud van de hoeven heel belangrijk is, en het is niet moeilijk. Toch kan het gebeuren dat een pony rotstraal oploopt. Deze ziekte zit aan de onderkant van de hoef, in de straalgroeves. Je ruikt het bij het uitkrabben meteen als een pony rotstraal heeft. Dat stinkt namelijk erg. Bovendien zit er meestal prut in de stralen en is de hoef zelf zwart.
Rotstraal is het gevolg van stalling op een natte, smerige bodem. Het komt vaker voor aan de achterhoeven dan aan de voorhoeven. Het is niet echt een gevaarlijke ziekte, maar er moet wel wat aan gedaan worden. Als het heel erg is, zal de hoefsmid het aangetaste hoorn moeten wegsnijden. Ook haalt hij scheurtjes weg zodat het vuil er niet meer in kan blijven zitten. Door de straalgroeves te behandelen met Egyptische zalf wordt de rotstraal steeds minder. Je pluist dan een touwtje, jute of een paar watten uit en duwt dit met de zalf zachtjes in de straalgroeve.
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, dus zorg ervoor dat een pony altijd op een schone, droge bodem staat en teer de hoeven wekelijks met bruine teer. Je moet de hoeven dan wel eerst goed schoonmaken met hoevenkrabber, borstel en water. Goed laten drogen voor je de teer aanbrengt.
Zomereczeem
Heb je wel eens opgelet hoe een pony trilt met zijn vel als er een vlieg op hem zit? Dan weet je hoe gevoelig een ponyvelletje is. Best wel veel pony’s hebben een iets te gevoelige huid. Ze kunnen problemen krijgen. Een van die problemen is zomereczeem. Deze huidziekte heet zo omdat het voorkomt in warme seizoenen als er veel muggen zijn. Deze muggen steken de pony en op de plek waar hij steekt, spuit hij een gif in. Een pony die zomereczeem heeft, krijgt een allergische reactie van de huid op de plaats van de prik. Het gevolg is een grote, jeukende, rode plek. De pony zal gaan schuren en daardoor komen er allemaal korstjes op de plekken waar hij bij kan.
De oplossing is niet makkelijk. Je moet in ieder geval zorgen dat de pony niet buiten staat als er heel veel muggen zijn. Dit is vooral in de ochtend- en avondschemering en het is het ergst op zandgronden. Verder bescherm je hem met anti-insectenmiddelen en bijvoorbeeld een vliegendeken.
Schimmel
Schimmel is de meest voorkomende huidaandoening bij paarden en wordt ook wel ringworm of dermatophytose genoemd. Schimmel uit zich in de vorm van ronde, kale plekken op de huid. In de meeste gevallen jeuken deze plekken niet.
Schimmel is een zeer besmettelijke ziekte. Een paard loopt schimmel op door contact met materiaal waar de schimmel op zit, zoals borstels, dekens, dekjes en tuig. Of door contact met een ander paard met schimmel. En mensen die een paard met schimmel hebben aangeraakt, kunnen het ook overbrengen op andere paarden. Als een paard schimmel heeft, moet het dier geïsoleerd worden. Ook moet de omgeving goed schoongemaakt worden: borstels, zadeldekjes, tuig en de stal.
Het lastige is dat een schimmelbesmetting zich niet meteen openbaart. Het kan dus zijn dat een aantal paarden met dezelfde borstels gepoetst is en dat later blijkt dat een van de paarden schimmel heeft. Overdracht is daarom moeilijk te voorkomen. Het is vaak niet mogelijk om ieder paard zijn eigen poetsspullen te geven.
Paarden kunnen ingeënt worden tegen schimmel. Dit kan preventief, om te voorkomen dat het dier schimmel krijgt. Deze vaccinatie moet wel elk jaar herhaald worden. Bij een paard dat al schimmel heeft, kan de vaccinatie de genezingsperiode aanzienlijk verkorten.
Streptococcus equi, zo heet de bacterie die droes veroorzaakt. De bacterie infecteert de lymfeklieren van de kaak en keel waardoor de pony een zere keel krijgt en niet meer goed kan slikken. Als de ziekte erger wordt, krijgt de pony koorts. Hij eet en drinkt niet meer en er komt dik slijm uit zijn neusgaten. Dan ontstaan er abcessen (dikke bulten) bij de onderkaak of keel. Na een dag of vier gaan deze stuk, dan zal de pony opknappen.
Het is vaak geen goed idee om een pony met droes met antibioticum te behandelen. Dan kan de ziekte zich namelijk door het hele lijf verspreiden. De dierenarts schrijft zalven voor die ervoor zorgen dat de abcessen sneller weggaan. Ook kunnen er hete, vochtige doeken op de ontstekingen gelegd worden.
Goedaardige droes komt vooral voor bij jonge paarden en pony’s en is super besmettelijk! Als een pony droes heeft, moet hij meteen geïsoleerd worden. Dat betekent dat hij ver van de andere paarden af moet staan. Ook voer, borstels en halsters moeten apart gehouden worden. Via je kleren of schoenen kan je ook droes overbrengen, dus moet je zorgen dat alles, na een bezoek aan een zieke pony, grondig schoongemaakt wordt!
Hoefbevangenheid
Deze ziekte komt meestal voor aan de hoeven van de voorbenen en soms aan die van de achterbenen. Het wordt veroorzaakt door een storing in de stofwisseling waardoor verkeerde stoffen in de bloedvaten van de hoeven terechtkomen. Hierdoor beschadigen ze en daar heeft de pony erg veel pijn van. Om zo min mogelijk op zijn zere hoefjes te staan, zet de pony zijn voorbenen ver naar voren. De achterbenen komen wat meer onder het lichaam te staan voor het evenwicht.
Een pony met hoefbevangenheid heeft koorts en zijn hoeven voelen warm aan. Ook eet hij minder en ziet hij er erg ziek uit. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk een dierenarts komt, want in een paar uur kan er al veel mis gaan. Het hoefbeen (een bot in de hoef) kan gaan kantelen en door de hoef heen komen. De dierenarts kan verschillende dingen doen, zoals het geven van medicijnen, een dieet samenstellen of soms zelfs opereren in een kliniek.
Een oorzaak van hoefbevangenheid kan zijn dat de pony in één keer heel veel hardvoer binnenkrijgt. Bijvoorbeeld als hij een voerton heeft opengebroken. Ook kan het komen door een langdurig transport, een zware buitenrit op een harde ondergrond, het binnenhouden van de nageboorte na het veulenen of het eten van jong gras in een voorjaarswei.
Hoefkatrol
Hoefkatrol wordt ook wel hoefkatrolontsteking genoemd. Het is een ziekte waarbij een pony kreupel is door pijn aan het gebied rond de hoefkatrol. Die zit in het achterste gedeelte van de hoef. Het is een verzameling van straalbeentje, diepe buigpees, hoefgewricht en spieren die hieraan vast zitten. Wat je moet onthouden, is dat de diepe buigpees over het straalbeentje heen loopt waarbij het als een soort katrolletje werkt. Het straalbeentje kan ruw worden, waardoor de pees er niet meer goed overheen glijdt. Hierdoor ontstaat de pijn en de kreupelheid.
Hoefkatrol komt voor aan de voorbenen en de kreupelheid wisselt tussen het linker- en rechterbeen. Soms is het na een paar dagen over als de pony rust heeft gehad. Maar het vervelende is dat het altijd weer terugkomt! De dierenarts laat de pony over een harde weg draven en voltes maken. Zo kan hij de benen onderzoeken. Röntgenfoto’s kunnen een echte uitslag geven. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk; welke het wordt, ligt aan de ernst van de ziekte. Er kunnen pijnstillers gegeven worden of alleen rust, maar er kan ook speciaal hoefbeslag worden aangebracht. In het ergste geval worden de zenuwen die de pijn veroorzaken met een operatie uitgeschakeld.
Hoest
Je moet altijd aandacht schenken aan het geproest van je lieveling. Als het namelijk verwaarloosd wordt, kan het ernstige gevolgen hebben. Hoesten is een gevolg van irritatie aan de keel of luchtpijp. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat je pony te veel slijm heeft als hij verkouden is. Bij iedere hoest gaan er een aantal longblaasjes stuk die niet meer genezen. In erge gevallen heeft een pony chronische hoest; dat gaat niet meer weg. En nog erger, het kan leiden tot dampigheid. De longinhoud is dan verminderd en de pony moet veel moeite doen om de zuurstof die hij nodig heeft naar binnen te krijgen. Je kan dat zien aan de ademhaling: die gaat ‘in tweeën’. De pony gebruikt dan zijn buikspieren om ‘mee te pompen’. Als een pony verkouden is, moet je hem goed laten uitzieken en altijd de dierenarts bellen als het hoesten langer dan een paar dagen duurt. Als de pony weer beter is, kan de training langzaam opgebouwd worden. Zo raken zijn longen niet overbelast.
Bij een hooi-allergie is het hoesten een reactie op stof en schimmelsporen die in stro of hooi zitten. De pony moet zo veel mogelijk buiten staan en in de stal moet zaagsel liggen in plaats van stro. Het voer moet geweekt worden in water zodat het helemaal stofvrij is.
Koliek
dodelijke buikpijn...
Buikpijn bij paarden of pony’s wordt koliek genoemd. Het voer dat een pony eet wordt door de darmen geduwd door een voortdurende beweging. Dit heet met een moeilijk woord ‘peristaltische beweging’. Het is natuurlijk belangrijk dat de darmen altijd blijven werken, anders raakt de boel van slag. Het kan wel eens voorkomen dat de darmfunctie door iets verstoord wordt, bijvoorbeeld verstopping, gasophoping of een worminfectie. Bij koliek wordt een pony onrustig, hapt naar zijn buik, gaat zweten en als het ernstig is ook rollen. Het verschil met normaal rollen is dat de pony zich niet uitschudt na het opstaan en al heel snel weer gaat rollen.
Als je koliek vermoedt en het is niet binnen een uur over, waarschuw dan de dierenarts! Laat de pony aan de hand rondstappen. Dat houdt hem bezig en hij kan zich zo niet verwonden. Het is ook belangrijk dat je hem warmhoudt. Als de dierenarts er is, zal hij naar de darmen luisteren en misschien een medicijn geven. Als het hele erge koliek is waarbij een slag in de darmen is ontstaan, zal de pony zo snel mogelijk geopereerd moeten worden in een kliniek.
Maandagziekte
Stel, een pony heeft zondags niet gelopen, omdat de eigenaresse geen tijd had. Ze komt in de avond even langs om te voeren en geeft hem wat extra’s omdat ze het een beetje zielig voor hem vindt. De volgende dag gaat ze rijden, maar de pony loopt niet. Hij heeft er geen zin in. Na een kwartier gaat hij helemaal niet meer voor of achteruit en begint te zweten, rillen en krijgt koorts…
Als dit gebeurt, is het hoogstwaarschijnlijk maandagziekte, ook wel ‘tying up’ genoemd. Dat is een ziekte die ontstaat door een verkeerde inschatting van het lichaam over het brandstofverbruik. Het ontstaat als de pony op een rustdag dezelfde hoeveelheid hardvoer krijgt als wanneer hij moet trainen. Tijdens het werk vraagt het lichaam om voedingsstoffen, maar in plaats daarvan worden spiervezels aangetast of zelfs afgebroken. In ernstige gevallen plast de pony donkerbruine urine.
Dek de pony warm toe en laat hem op zijn plekje staan terwijl jij de dierenarts belt. Leg goed uit wat de problemen zijn! De dierenarts zal pijnstillers en spierverslappers geven. Verder moet de pony het een tijdje rustig aan doen. Vervang voortaan, op een rustdag, een deel hardvoer door ruwvoer of geef gewoon iets minder.
Mok
Aan de huid van de benen gaat nog wel eens iets mis. Mok is een van de ziektes die zich op het onderbeen bevindt, vooral in de kootholte. Het is een soort eczeem dat het gevolg kan zijn van een modderige wei, langdurig in een vieze box staan of doordat de benen vaak met water geschrobd zijn. De ziekte begint met een wondje dat zich, in vochtige en onhygiënische omstandigheden, uitbreidt tot een groter oppervlak met korstjes en soms kloven. Als het erger wordt, kan het paard kreupel gaan lopen.
Je mag mok absoluut niet met water behandelen. Maak de huid schoon met een droge, niet-pluizende doek en mokzalf of -olie. Zinkzalf of een mengsel van zoete olie met zwavel is ook goed. Je kan de pony ook homeopathische druppels geven. Wacht niet met de bestrijding van de ziekte, anders loopt de pony het risico op een chronisch dik been (olifantspoot) of zelfs bloedvergiftiging waarbij het been tot de lies opzwelt.
Is een paard gevoelig voor mok, zorg er dan voor dat hij in een droge stal staat. Maak de benen altijd goed schoon en droog en vet de kootholte in voordat het paard naar buiten gaat.
Rhinopneumonie
Voor deze ziekte bestaan inentingen, maar die werken niet helemaal honderd procent. Rhinopneumonie is een virusziekte die in verschillende soorten bestaat. Een van deze soorten is een tijdelijk griepje bij jonge paarden. Dat gaat meestal vanzelf weer over en ze hebben er weinig last van. Voor drachtige merries heeft rhinopneumonie wel gevolgen: het veulen komt dood of niet levensvatbaar ter wereld. Het is dus verstandig om jonge paarden en pony’s bij drachtige merries vandaan te houden. Een ander type van deze ziekte is helaas nog erger. Ook deze begint met een beetje koorts en de pony eet minder dan normaal. Dit valt wel mee, maar het nare is dat ongeveer de helft van de zieke dieren binnen een week een verlamming aan de achterhand krijgt.
Merries moeten tijdens de dracht drie keer een inenting krijgen om ervoor te zorgen dat ze deze akelige ziekte niet krijgen. Op stoeterijen is men heel bang voor rhinopneumonie. Er is een keer een groot gedeelte van de drachtige Lippizaners in het Oostenrijkse Piber door de ziekte getroffen. Er kwamen toen veel dode veulentjes ter wereld…
Rotstraal
Iedereen weet dat het onderhoud van de hoeven heel belangrijk is, en het is niet moeilijk. Toch kan het gebeuren dat een pony rotstraal oploopt. Deze ziekte zit aan de onderkant van de hoef, in de straalgroeves. Je ruikt het bij het uitkrabben meteen als een pony rotstraal heeft. Dat stinkt namelijk erg. Bovendien zit er meestal prut in de stralen en is de hoef zelf zwart.
Rotstraal is het gevolg van stalling op een natte, smerige bodem. Het komt vaker voor aan de achterhoeven dan aan de voorhoeven. Het is niet echt een gevaarlijke ziekte, maar er moet wel wat aan gedaan worden. Als het heel erg is, zal de hoefsmid het aangetaste hoorn moeten wegsnijden. Ook haalt hij scheurtjes weg zodat het vuil er niet meer in kan blijven zitten. Door de straalgroeves te behandelen met Egyptische zalf wordt de rotstraal steeds minder. Je pluist dan een touwtje, jute of een paar watten uit en duwt dit met de zalf zachtjes in de straalgroeve.
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, dus zorg ervoor dat een pony altijd op een schone, droge bodem staat en teer de hoeven wekelijks met bruine teer. Je moet de hoeven dan wel eerst goed schoonmaken met hoevenkrabber, borstel en water. Goed laten drogen voor je de teer aanbrengt.
Zomereczeem
Heb je wel eens opgelet hoe een pony trilt met zijn vel als er een vlieg op hem zit? Dan weet je hoe gevoelig een ponyvelletje is. Best wel veel pony’s hebben een iets te gevoelige huid. Ze kunnen problemen krijgen. Een van die problemen is zomereczeem. Deze huidziekte heet zo omdat het voorkomt in warme seizoenen als er veel muggen zijn. Deze muggen steken de pony en op de plek waar hij steekt, spuit hij een gif in. Een pony die zomereczeem heeft, krijgt een allergische reactie van de huid op de plaats van de prik. Het gevolg is een grote, jeukende, rode plek. De pony zal gaan schuren en daardoor komen er allemaal korstjes op de plekken waar hij bij kan.
De oplossing is niet makkelijk. Je moet in ieder geval zorgen dat de pony niet buiten staat als er heel veel muggen zijn. Dit is vooral in de ochtend- en avondschemering en het is het ergst op zandgronden. Verder bescherm je hem met anti-insectenmiddelen en bijvoorbeeld een vliegendeken.
Schimmel
Schimmel is de meest voorkomende huidaandoening bij paarden en wordt ook wel ringworm of dermatophytose genoemd. Schimmel uit zich in de vorm van ronde, kale plekken op de huid. In de meeste gevallen jeuken deze plekken niet.
Schimmel is een zeer besmettelijke ziekte. Een paard loopt schimmel op door contact met materiaal waar de schimmel op zit, zoals borstels, dekens, dekjes en tuig. Of door contact met een ander paard met schimmel. En mensen die een paard met schimmel hebben aangeraakt, kunnen het ook overbrengen op andere paarden. Als een paard schimmel heeft, moet het dier geïsoleerd worden. Ook moet de omgeving goed schoongemaakt worden: borstels, zadeldekjes, tuig en de stal.
Het lastige is dat een schimmelbesmetting zich niet meteen openbaart. Het kan dus zijn dat een aantal paarden met dezelfde borstels gepoetst is en dat later blijkt dat een van de paarden schimmel heeft. Overdracht is daarom moeilijk te voorkomen. Het is vaak niet mogelijk om ieder paard zijn eigen poetsspullen te geven.
Paarden kunnen ingeënt worden tegen schimmel. Dit kan preventief, om te voorkomen dat het dier schimmel krijgt. Deze vaccinatie moet wel elk jaar herhaald worden. Bij een paard dat al schimmel heeft, kan de vaccinatie de genezingsperiode aanzienlijk verkorten.
Voorkomen en genezen
Veearts
Bij een ongeluk zie je vaak snel genoeg of er iets aan de hand is. Spuit het bloed eruit, kan je pony ineens niet meer lopen of zit er een gapende scheur in zijn lichaam? Bel dan meteen de dierenarts.
- Zorg altijd dat je het nummer van de dierenarts bij de hand hebt. Zet het in je mobiele telefoon en/of hang het vlak bij de vaste telefoon.
- Als je de arts aan de lijn hebt, geef je duidelijk je naam en adres op en vertel je kort wat er aan de hand is.
- Zodra de arts bij jou is aangekomen, moet je kunnen vertellen wat er is gebeurd.
Een zieke pony eet niet graag, is hangerig, lusteloos en heeft soms een doffe vacht. Let dus op het gedrag van je pony. Als hij een paar dagen hangerig is, waarschuw je een dokter. Ook bij koorts (boven de 38,5 graden) of kreupelheid die langere tijd duurt, bel je direct een arts.
Is je pony al langere tijd niet lekker, dan moet je je een beetje aanpassen aan hem. Dat betekent een poosje niet rijden (tenzij de dierenarts anders aangeeft). Geef hem licht verteerbaar voer zoals slobber en doe eventueel een dekentje op. Voer hem wat vaker hooi en verminder de hoeveelheid hardvoer.
Geef je pony wat tijd om te herstellen. Wanneer je te vroeg begint met werken, loop je de kans dat de herstelperiode langer duurt dan nodig is. Houd je in elk geval aan de voorschriften van de arts, ook wat het toedienen van medicijnen betreft.
Wanneer je iets niet begrijpt, vraag het dan maar gewoon! Een dierenarts is er om je pony, maar ook jou te helpen!
Accunpunctuur en fysiotherapie
Accupunctuur is een geneeswijze uit het oude China. Het was eerst alleen bedoeld voor mensen, maar later werden ook dieren ermee behandeld. In China is het heel normaal, maar in Nederland was het eerst wat vreemd. Nu wordt het al vaker gedaan bij mensen, maar ook bij dieren.
Bij accupunctuur gaan ze ervan uit dat door het hele lichaam energiebanen lopen. Het lichaam wordt ziek als die energiebanen geblokkeerd raken. Ze moeten dan worden gedeblokkeerd. Dat doen ze met hele dunne naalden die op verschillende plekjes in het lijf worden geprikt. Daardoor worden zenuwen geprikkeld en komen de energiebanen weer helemaal vrij. En soms gaat er zelfs een klein stroomstootje door de naaldjes om de zenuwen nog meer te prikkelen.
Fysiotherapie is gericht op afwijkingen aan de botten, gewrichten, pezen of spieren. Een fysiotherapeut kan door massage zorgen dat het bloed weer lekker doorstroomt en daardoor worden afvalstoffen sneller afgevoerd. Zo kun je blessures voorkomen.
Als je pony al geblesseerd is, kan de fysiotherapeut zorgen dat de patiënt niet stijf wordt, of oefeningen voorschrijven waardoor een pony sneller beter wordt. Een fysiotherapeut kan soms ook gebruik maken van verschillende technieken. Bijvoorbeeld een laserstraal of een scanner. De laserstraal wordt gebruikt om te behandelen. En de scanner kan net als een röntgenapparaat naar binnen kijken, om een pees te onderzoeken, zonder dat de pony open hoeft te worden gemaakt.
Chiropractor en homeopathie
Het woord chiropractor komt van het Griekse cheir, dat betekent ‘hand’. En praktikos betekent ‘doen’. Dus het betekent letterlijk ’ iets met je handen doen’. Volgens chiropractors komen veel pijntjes in het lichaam door problemen met de rugwervels. Niet alleen de ledematen zitten vast aan de wervelkolom, maar ook heel wat spieren. De wervels van een paard worden veel belast door het zadel met daarop een ruiter. Als de wervelkolom niet goed functioneert, kan een paard sommige oefeningen niet doen. Hij krijgt dan last van zijn rugspieren, of hij wordt zelfs kreupel.
De wervelkolom van een paard bestaat uit wel 54 wervels! Tussen de wervels in zitten kraakbeenschijfjes die op hun plaats worden gehouden door spieren. De chiropractor kan de wervelkolom bewerken met zijn handen of met een zachte rubberen hamer. Als hij klaar is, kan het paard weer beter bewegen en zijn houding wordt beter.
Homeopathie is een hele oude geneeswijze; het bestaat al bijna twee eeuwen. Bij deze methode wordt alleen met natuurlijke producten gewerkt. Het klinkt heel raar, maar bij homeopathie gaat men ervan uit dat je een ziekte kunt genezen door de stof toe te dienen waar je eigenlijk ziek van werd. Zo help je het lichaam om zichzelf beter te maken.
Natuurlijke middelen
In de meeste gevallen heb je, als je pony ziek of kreupel is, een gewone dierenarts nodig. Die kan je precies vertellen wat je pony mankeert en kan de benodigde medicijnen voorschrijven. De meeste medicijnen kun je zonder recept niet krijgen. Dat is maar goed, ook want anders kan iemand per ongeluk het verkeerde medicijn toedienen.
Toch kun je bepaalde kwalen voorkomen of zelfs genezen met simpele (huis)middeltjes. De natuur helpt je daar soms bij door middel van kruiden, plantjes, bloemen of zelfs klei. Paarden en pony’s in het wild hebben de beschikking over enorm veel verschillende geneesmiddelen uit de natuur. Zo is een ‘wild’ weiland helemaal bezaaid met kruiden en grassen die supergezond zijn voor een paard en helpen om zijn weerstand te verhogen.
In onze omgeving is niet veel land beschikbaar en dus moet het land dat we hebben, zo goed mogelijk zijn. Dat betekent dat er geen onkruid in het land mag staan, zoals bijvoorbeeld de paardenbloem. Alleen de stevige grassoorten mogen overblijven en er wordt veel kunstmest gebruikt.
Heel wat pony’s en paarden komen zelfs helemaal niet in een weiland. Gelukkig zijn er veel natuurlijke (genees)middelen te verkrijgen in de winkel.
Weerstand
Weerstand is een hele goede eigenschap van het lichaam. Zonder hulp van buitenaf kan het lichaam een goede conditie houden en kleine ziektes zelf overwinnen of op afstand houden. Knap, he?
Op sommige momenten kan die weerstand ietsje minder goed zijn. Dat kan zijn als je pony het heel druk heeft, als hij veel traint of veel wedstrijden moet rijden. Maar oudere, drachtige of opgroeiende paarden hebben ook een slechtere weerstand. Ze zijn net iets vatbaarder voor kwaaltjes.
Een natuurlijk hulpmiddel is levertraanolie. Dat is een olie die gemaakt wordt van kabeljauw. Wist jij dat vroeger bijna alle kinderen in de winter levertraanolie kregen? Daar zit namelijk veel vitamine A en D in. Dat zijn stoffen die helpen om ziektes te voorkomen en ze hebben een gunstige uitwerking op botten en haren. Je kunt per dag zo’n twee eetlepels over het voer gieten. Vooral in de winter is dat een aanrader. Maar let op, want levertraanolie heeft een sterke smaak en niet iedereen lust dat, dus probeer het eerst uit met een klein beetje.
Een andere middeltje dat goed werkt voor de weerstand is een vitamineshot. Dat is een plastic tubetje met vloeistof. En dat zit boordevol vitamine A en D. Als je dat aan je paard geeft, kan hij er voorlopig weer tegenaan.
Zit je pony in de verhaarperiode? Dan kun je hem lijnzaad voeren om de weerstand te verhogen. Dat is verkrijgbaar in olie, brokjes, granulaat en ook in de oorspronkelijke vorm. Als je lijnzaad in de oorspronkelijke vorm koopt, moeten de zaadjes een poosje gekookt worden voordat ze gevoerd kunnen worden. Dat is omdat anders het giftige blauwzuurgas vrij kan komen.
In de groei
Paard groeien tot ongeveer hun vierde jaar. Om gezond en sterk te worden, hebben ze extra bouwstoffen nodig. Zolang het veulen bij zijn moeder drinkt, krijgt hij alle vitaminen en mineralen binnen belangrijk voor hem zijn. Maar als het veulen gespeend wordt, moet je zelf zorgen dat hij het juiste voer binnenkrijgt.
Ga niet zomaar vitaminen en mineralen voeren. Zorg dat je alles in de juiste verhoudingen geeft. Een goede veulenbrok is speciaal gemaakt voor de groei van jonge dieren. Al heel snel na de geboorte kun je je veulentje een beetje van die brokjes gaan bijvoeren en dit kun je gewoon volhouden als hij van zijn moeder af is. Je hoeft dan alleen nog te zorgen dat het veulen ook goed ruwvoer krijgt. Extra vitaminen en mineralen zijn overbodig.
Beweging en frisse lucht doen de rest. Als je ervoor kiest om je pony granen te voeren, is het belangrijk dat hij genoeg kalk binnenkrijgt. Doordat er in granen en zemelen veel fosfor zit, wordt er weinig kalk opgenomen door het lichaam. Kalk is heel goed voor de botten en als je pony daar te weinig van krijgt, kan hij last krijgen van vergroeiingen en zwakke botten. Kalk ziet eruit als wit poeder en er bestaan speciale kalkproducten die je kunt voeren.
Een schoolbordkrijtje is ook van kalk gemaakt, maar ja, dat kun je moeilijk aan je pony voeren!
Hard werken
Ieder ponylichaam bestaat voor een groot deel uit water, ook al zou je dat niet zeggen van de buitenkant. Via urine, ademhaling en zweet verlaat dat vocht het lichaam met kleine beetjes. Als een pony zich veel inspant, zweet hij veel meer. Net als bij mensen. Daarom moet hij ook meer water binnenkrijgen om het vochttekort weer aan te vullen.
Door al dat zweten, gaan er ook veel lichaamszouten mee naar buiten.
Om nu te zorgen dat je pony zo snel mogelijk weer genoeg vocht en zout in zijn lichaam krijgt, kun je hem electrolyten voeren. Daar begin je een paar dagen voor de wedstrijd mee en je houdt dat nog een paar dagen erna vol. Electrolyten zijn verkrijgbaar in poedervorm, meestal in een bus of blik. Lees goed de gebruiksaanwijzing.
Sportpony’s en -paarden worden zwaar belast. Daarom is het heel goed om ze voer te geven waar genoeg energie in zit. Een verhoogde hoeveelheid krachtvoer is heel belangrijk. Op de verpakking van hardvoer zoals brokken, granen of muesli’s staat vermeld hoeveel het voer per kilo aan energie bevat. Dat getal wordt uitgedrukt in de zogenaamde VEP-waarde (Voeder Eenheid Paarden).
Daarnaast kun je ze een extraatje geven in de vorm van een voedingssupplement met vitaminen en mineralen. Er bestaan ook kant-en-klare kruidenmengsels voor sportpony’s
Oud en stram
Oude paarden hebben vaak minder trek in eten. Controleer eerst of het gebit wel in orde is. Hiervoor kun je een paardentandarts inschakelen. Als het niet aan het gebit ligt, kun je bijvoorbeeld wat wortelen bij het voer doen. Dat wekt vaak de eetlust van het paard wat op. Dat kun je ook doen met munt, paardenbloemen en foenegriek. Paardenbloemen kun je gemakkelijk zelf plukken. Geef je pony een paar handenvol per dag. Foenegriek is een kruid dat je kunt krijgen in een poedervorm. En je kunt het langere tijd achter elkaar gebruiken. Verse munt ruikt lekker, en een half ons per dag is genoeg.
‘Rust roest’ is niet voor niets een bekend spreekwoord. Dus laat je oudere pony lekker veel bewegen. Zet hem in de wei of paddock, of ga lekker met hem wandelen. Zorg ook dat hij het warm genoeg heeft door in koude tijden een deken op te leggen. Een droge plek stelt een pony ook zeer op prijs.
Als je ziet dat je pony traag beweegt en last lijkt te hebben van zijn gewrichten, kan het zijn dat hij reuma of artrose heeft. Dat kun je verlichten door het voeren van knoflook en lijnzaad. Raadpleeg je arts als het ernstig is.
Als een pony voor zijn doen hard heeft gewerkt, kan het zijn dat hij last krijgt van stijve spieren. Dan kun je hem helpen door hem te masseren. Zo loopt de bloeddoorstroming weer soepeler en daardoor worden de afvalstoffen sneller afgevoerd. Je kunt bij het masseren gebruik maken van verwarmende middelen.
Rijd een oudere pony altijd lang genoeg los voordat je echt aan het werk gaat en let extra op dat hij niet te snel afkoelt na de inspanning. Stap ook altijd rustig en lang genoeg uit.
Slechte hoeven
Een gezonde hoef groeit voldoende aan, brokkelt niet en heeft geen scheuren. Om hoeven gezond te houden, kun je een aantal maatregelen nemen. Zorg in elk geval dat je pony voldoende beweging krijgt, zodat er bloed door de hoef wordt gepompt. Zo worden voedingsstoffen aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd.
Wat ook belangrijk is, is dat de hoeven vocht kunnen opnemen. Als je pony de hele dag op een schoon stalbed staat, komt er nooit water op zijn voetjes. Maak de hoeven elke dag goed nat met water. Eventueel kun je ze daarna af en toe invetten, zodat het vocht in de hoef blijft zitten. Overdrijf dat invetten niet. Vet stoot water af, dus je voorkomt dan dat de hoef vocht opneemt!
Je kunt ook laurierzalf gebruiken. Dit is een groene zalf waarmee je de kroonranden (de plaats waar vlees overgaat in de hoorn, bovenaan de hoef) kan masseren. Je houdt ze dan soepel en de aangroei van hoorn wordt gestimuleerd.
Een andere manier om hoefproblemen op te lossen, is via het toedienen van bepaalde voedingsstoffen. Een bekende stof in dit geval is biotine. Biotine is verkrijgbaar in poedervorm. Een dagelijkse dosis toevoegen aan het voer kan veel goeds doen voor de hoorngroei. Om te zien of het resultaat heeft, moet je het meer dan een half jaar gebruiken! Het duurt namelijk gemiddeld een jaar voor de hoef, om zich te vernieuwen, van boven naar beneden gegroeid is. Ook andere stoffen als zink en kalk worden vaak aan biotine toegevoegd.
Een laatste, simpel middel tegen rotstraal is bruine teer dat je op de onderkant van de hoeven smeert. Neem ook de straalgroeven goed mee.
Insecten
Met name in de zomer kunnen insecten een ware plaag vormen voor een pony. Ze steken, bijten, veroorzaken daarmee jeuk - in het ergste geval zomereczeem - en zelfs oogontstekingen. Gebruik in ieder geval een vliegenhalster of ogennetje voor het hoofd. Een pony met zomereczeem mag niet met schemering in de wei, want dan zijn de muggen die de allergische reactie veroorzaken, juist actief.
Je kunt verder nog een aantal onschuldige middelen gebruiken in de strijd tegen het insect.
Allereerst van buitenaf. Er zijn allerlei lotions, sticks en sprays op natuurlijke basis te koop die insectenwerend zijn. Je kunt ook je pony insmeren met een spons en een mengsel van appelazijn en water. Een sterker middel maak je door een deel citronella aan te vullen met menthol en dit te verdunnen met water. Ook dit is bedoeld om je pony mee in te smeren om de muggen op afstand te houden. Er komt namelijk een sterke lucht vanaf en dat zal de vervelende zoemertjes wel op afstand houden.
Op dezelfde manier, maar dan van binnenuit, werkt het toedienen van knoflook door het voer. Insecten vinden de geur van knoflook niet prettig. Er bestaat knoflookpoeder, maar je kunt natuurlijk ook iedere dag een aantal verse teentjes door het voer mengen.
Spanning
Is je pony toch gestoken, probeer dan eens een rauwe ui over de plek te wrijven, dit geeft vaak verlichting. Een andere mogelijkheid is inwrijven met verse blaadjes munt of toverhazelaar. Heeft je paard last van irritatie aan de ogen, dan kun je dat voorzichtig schoonmaken met een aftreksel van ogentroost.
Net zo goed als mensen kunnen ook pony’s nerveus zijn. Voor een ruiter is het wel wat lastig als de pony heel gespannen is. Ga altijd eerst na of je je pony wel genoeg beweging geeft. Als hij namelijk een paar dagen niet heeft gewerkt, maar op stal stond, vraag je om moeilijkheden als je er zo op gaat zitten! Longeer hem eerst of laat hem een uurtje los. Bescherm dan wel de benen!
Controleer ook altijd of je je pony niet te veel energie toedient in de vorm van hardvoer. Je kunt beter wat meer hooi en wat minder brokjes geven als je pony een ‘hete’ is.
Er is een aantal kruiden die een rustgevende werken hebben. Dit zijn bijvoorbeeld kamille, valeriaan, st. janskruid en passiebloem. Ook hop werkt kalmerend. Valeriaan en hop mogen niet lang achter elkaar gebruikt worden. Er zijn kant-en-klare kruidenmengsels, maar ook homeopatishe drankjes te koop.
Een tekort aan magnesium kan een overgevoelig paard tot gevolg hebben. Deze stof is van belang voor een goed functionerend zennuwgestel.
Geuren spelen een grote rol in het leven van een paard. Sommige geuren werken kalmerend. Het kan helpen je handen in te smeren met een paar druppels lavendelolie voor je aan het werk gaat met een zenuwachtige pony. Oranje bloesemolie is ook rustgevend. Eventueel wrijf je een mengsel van deze twee in je pony’s voorlok zodat hij de geur blijft ruiken en de kalmerende werking ondergaat.
Spierpijn
Heb jij weleens gehoord van ‘verzuring van de spieren’? Er wordt mee bedoeld dat de spieren bij een grote krachtinspanning hun afvalstoffen niet voldoende kwijt kunnen en daardoor niet goed meer werken.
Je kunt je pony bij spierpijn helpen door hem te masseren. Je stimuleert daarmee de bloedsomloop en dus de afvoer van afvalstoffen. Je kunt daarbij gebruik maken van een massagecrème waar bijvoorbeeld arnica in zit. Een bekend homeopatisch middel tegen spierpijn is SRL-gelei. Hier zit onder andere een hamamelisextract (een aftreksel van toverhazelaar) in.
Warmte is ook erg belangrijk voor een pony met spierpijn. Daarom moet je je pony altijd laten warmdraaien voor je hem oefeningen laat doen. Ook na het werk is het goed de spieren warm te houden door je pony een deken op te doen, of wanneer je over die luxe beschikt, hem onder het solarium te zetten.
Zoals gezegd, is een goede bloedsomloop van belang om spierpijn te voorkomen. Knoflook bijvoorbeeld werkt zuiverend en kun je makkelijk toevoegen aan het voer. Daarnaast heeft het lichaam voor een goede spieropbouw de stof selenium en vitamine E nodig.
Waarschuw meteen de dierenarts als je pony ineens stijf gaat lopen, donker plast en/of begint te zweten. Zet je pony stil en houd hem warm. Je kunt dan namelijk met maandagziekte te maken hebben. Dat is een ziekte waarbij de spieren worden afgebroken
Vermoeidheid
Alle paarden en pony’s zijn weleens moe. Bijvoorbeeld omdat ze hard hebben gewerkt, erg nerveus zijn geweest, net een veulen hebben geworpen of veel nieuwe indrukken te verwerken hebben gekregen.
Na een zware ziekte blijven paarden veelal nog een poosje sneller vermoeid. Pony’s die keihard groeien, moeten veel energie gebruiken en houden dus wat minder over om rond te rennen.
In combinatie met witte slijmvliezen en een korte ademhaling kan lusteloosheid een gevolg zijn van bloedarmoede. Bijvoorbeeld na een worminfectie of als pony’s te weinig te eten krijgen. Laat direct je dierenarts komen als je bloedarmoede vermoedt. Hij kan een bloedonderzoek doen. Een ijzerdrank met ijzer en andere toegevoegde stoffen als vitamine B kan helpen. Zemelen bevatten veel vitamine B, net als gedroogde brandnetels.
Naast ziektes (altijd je arts erbij halen) zijn worminfecties ook veroorzakers van vermoeidheid. Een worminfectie is alleen te bestrijden met een ontwormingsmiddel in combinatie met een schone wei en stal.
Soms kan vermoeidheid een simpele oorzaak hebben: verveling. Doe niet iedere dag hetzelfde met je pony, maar wissel eens af. Doe een stapje terug als je de laatste tijd zwaar getraind hebt, ook pony’s kunnen overtraind raken!
Dikke benen
Met droog beenwerk wordt bedoeld dat je de pezen en botten in het been van je pony duidelijk kunt zien. Als de benen wat dikker zijn en je met je vinger het vlees in kunt drukken, is dat een teken dat de bloedsomloop verstoord is. Allerlei zaken kunnen hiervan de oorzaak zijn.
Het kan een kwestie van ouderdom zijn. Zo veel mogelijk bewegen is het advies. Ook de zogenaamde stalbenen, die ontstaan door het veel op stal staan, worden weer dun na beweging. Echter, als ze stilstaan, ‘lopen ze weer vol’. Een pony heeft geen pijn aan stalbenen. Door het gebruik van stalbandages kan de klacht afnemen.
Na het werk de benen langdurig (tien minuten per been) afspuiten met koud water is een eenvoudig middel om dikke benen tegen te gaan. Je kunt ze na het rijden ook in de klei of groene leem plakken. Dit is verkrijgbaar in tubes of potten. Soms is de klei nog verrijkt met bijvoorbeeld toverhazelaar.
Anders wordt het wanneer zwellingen het gevolg zijn van een onsteking of een wond. Roep dan altijd even de hulp in van je dierenarts. Ook de huidziekte mok kan zwelling tot gevolg hebben. Een keer goed schoonmaken en daarna het been niet meer nat maken. Dan insmeren met bijvoorbeeld een mengsel van zoete olie en zwavel, of zinkzalf.
Wonden
Grote of diepe wonden moeten altijd door een dierenarts bekeken worden. Voordat hij geweest is, mag je niets op de wond smeren, want het kan zijn dat er gehecht moet worden. Je kunt hooguit met een zacht waterstraaltje proberen de wond wat te reinigen.
Kleine, ondiepe wondjes mag je zelf insmeren met levertraanzalf of zinkzalf. Levertraanzalf houdt de wondranden soepel en heeft een ontsmettende werking. Ook planten en kruiden kunnen een genezende werking hebben, zoals goudsbloemextract.
Verse varens hebben een bloedstelpende werking, maar beschouw ze maar als een noodhulp terwijl je op de dokter wacht.
Bij bloeduitstortingen, oftewel blauwe plekken, kan je arnicazalf gebruiken, maar niet op open wonden!
Blauwtinctuur is geen aanrader. Het sluit een wond helemaal af.
Ontstoken wonden kunnen heel goed behandeld worden met groene klei. Dat heeft de eigenschap om viezigheid uit de wond te trekken en het werkt bloedzuiverend. De vorming van gezond nieuw weefsel wordt dan gestimuleerd en de kans op littekenvorming wordt kleiner. De toepassing moet langere tijd dagelijks volgehouden worden. Lees goed de bijsluiter. Ook een knoflookcompres helpt bij vieze of ontstoken wonden.
Hoesten
Een paard of pony hoort zo veel mogelijk frisse lucht te krijgen, maar wel op een gezonde manier. Anders kan je pony gaan hoesten en snotteren. Dit kan echter ook een andere oorzaak hebben, dus hou het goed in de gaten.
Zorg voor een buitenbox, of als dat niet mogelijk is, voor een gezond stalklimaat. Laat altijd een raam open staan (ook als het vriest), maar zorg dat het niet gaat tochten.
De box goed schoonhouden is een tweede maatregel voor zuivere lucht. Urine bevat namelijk ammoniakdampen die schadelijk zijn voor de longen van je paard.
Stof is een andere boosdoener. Gebruik daarom alleen schoon, schimmelvrij stro. Een allergisch paard moet op zaagsel of andere stofvrije bodembedekking staan en mag geen ongeweekt hooi hebben. Ook niet vegen als het paard op stal staat, en buiten poetsen, dat scheelt een hoop stof.
Als je pony gaat hoesten, moet je de dierenarts erbij halen. Deze kan bepalen of het om een infectie, een allergie of een ontsteking gaat.
Middelen die je zelf ter voorkoming kan toepassen, zijn het kruid foenegriek en knoflookpoeder.
Verder kun je je pony laten stomen met eucalyptusolie als hij verkouden is. Doe een paar druppels op wat schoon hooi in een emmer. Giet er warm water op en hang deze om het hoofd van je pony. Je kunt ook op de stalbodem wat eucalyptusolie of menthol sprenkelen.
Hoestkruiden ten slotte zijn bijvoorbeeld anijs, brandnetel, tijm, vlier en hysop.
Bij een ongeluk zie je vaak snel genoeg of er iets aan de hand is. Spuit het bloed eruit, kan je pony ineens niet meer lopen of zit er een gapende scheur in zijn lichaam? Bel dan meteen de dierenarts.
- Zorg altijd dat je het nummer van de dierenarts bij de hand hebt. Zet het in je mobiele telefoon en/of hang het vlak bij de vaste telefoon.
- Als je de arts aan de lijn hebt, geef je duidelijk je naam en adres op en vertel je kort wat er aan de hand is.
- Zodra de arts bij jou is aangekomen, moet je kunnen vertellen wat er is gebeurd.
Een zieke pony eet niet graag, is hangerig, lusteloos en heeft soms een doffe vacht. Let dus op het gedrag van je pony. Als hij een paar dagen hangerig is, waarschuw je een dokter. Ook bij koorts (boven de 38,5 graden) of kreupelheid die langere tijd duurt, bel je direct een arts.
Is je pony al langere tijd niet lekker, dan moet je je een beetje aanpassen aan hem. Dat betekent een poosje niet rijden (tenzij de dierenarts anders aangeeft). Geef hem licht verteerbaar voer zoals slobber en doe eventueel een dekentje op. Voer hem wat vaker hooi en verminder de hoeveelheid hardvoer.
Geef je pony wat tijd om te herstellen. Wanneer je te vroeg begint met werken, loop je de kans dat de herstelperiode langer duurt dan nodig is. Houd je in elk geval aan de voorschriften van de arts, ook wat het toedienen van medicijnen betreft.
Wanneer je iets niet begrijpt, vraag het dan maar gewoon! Een dierenarts is er om je pony, maar ook jou te helpen!
Accunpunctuur en fysiotherapie
Accupunctuur is een geneeswijze uit het oude China. Het was eerst alleen bedoeld voor mensen, maar later werden ook dieren ermee behandeld. In China is het heel normaal, maar in Nederland was het eerst wat vreemd. Nu wordt het al vaker gedaan bij mensen, maar ook bij dieren.
Bij accupunctuur gaan ze ervan uit dat door het hele lichaam energiebanen lopen. Het lichaam wordt ziek als die energiebanen geblokkeerd raken. Ze moeten dan worden gedeblokkeerd. Dat doen ze met hele dunne naalden die op verschillende plekjes in het lijf worden geprikt. Daardoor worden zenuwen geprikkeld en komen de energiebanen weer helemaal vrij. En soms gaat er zelfs een klein stroomstootje door de naaldjes om de zenuwen nog meer te prikkelen.
Fysiotherapie is gericht op afwijkingen aan de botten, gewrichten, pezen of spieren. Een fysiotherapeut kan door massage zorgen dat het bloed weer lekker doorstroomt en daardoor worden afvalstoffen sneller afgevoerd. Zo kun je blessures voorkomen.
Als je pony al geblesseerd is, kan de fysiotherapeut zorgen dat de patiënt niet stijf wordt, of oefeningen voorschrijven waardoor een pony sneller beter wordt. Een fysiotherapeut kan soms ook gebruik maken van verschillende technieken. Bijvoorbeeld een laserstraal of een scanner. De laserstraal wordt gebruikt om te behandelen. En de scanner kan net als een röntgenapparaat naar binnen kijken, om een pees te onderzoeken, zonder dat de pony open hoeft te worden gemaakt.
Chiropractor en homeopathie
Het woord chiropractor komt van het Griekse cheir, dat betekent ‘hand’. En praktikos betekent ‘doen’. Dus het betekent letterlijk ’ iets met je handen doen’. Volgens chiropractors komen veel pijntjes in het lichaam door problemen met de rugwervels. Niet alleen de ledematen zitten vast aan de wervelkolom, maar ook heel wat spieren. De wervels van een paard worden veel belast door het zadel met daarop een ruiter. Als de wervelkolom niet goed functioneert, kan een paard sommige oefeningen niet doen. Hij krijgt dan last van zijn rugspieren, of hij wordt zelfs kreupel.
De wervelkolom van een paard bestaat uit wel 54 wervels! Tussen de wervels in zitten kraakbeenschijfjes die op hun plaats worden gehouden door spieren. De chiropractor kan de wervelkolom bewerken met zijn handen of met een zachte rubberen hamer. Als hij klaar is, kan het paard weer beter bewegen en zijn houding wordt beter.
Homeopathie is een hele oude geneeswijze; het bestaat al bijna twee eeuwen. Bij deze methode wordt alleen met natuurlijke producten gewerkt. Het klinkt heel raar, maar bij homeopathie gaat men ervan uit dat je een ziekte kunt genezen door de stof toe te dienen waar je eigenlijk ziek van werd. Zo help je het lichaam om zichzelf beter te maken.
Natuurlijke middelen
In de meeste gevallen heb je, als je pony ziek of kreupel is, een gewone dierenarts nodig. Die kan je precies vertellen wat je pony mankeert en kan de benodigde medicijnen voorschrijven. De meeste medicijnen kun je zonder recept niet krijgen. Dat is maar goed, ook want anders kan iemand per ongeluk het verkeerde medicijn toedienen.
Toch kun je bepaalde kwalen voorkomen of zelfs genezen met simpele (huis)middeltjes. De natuur helpt je daar soms bij door middel van kruiden, plantjes, bloemen of zelfs klei. Paarden en pony’s in het wild hebben de beschikking over enorm veel verschillende geneesmiddelen uit de natuur. Zo is een ‘wild’ weiland helemaal bezaaid met kruiden en grassen die supergezond zijn voor een paard en helpen om zijn weerstand te verhogen.
In onze omgeving is niet veel land beschikbaar en dus moet het land dat we hebben, zo goed mogelijk zijn. Dat betekent dat er geen onkruid in het land mag staan, zoals bijvoorbeeld de paardenbloem. Alleen de stevige grassoorten mogen overblijven en er wordt veel kunstmest gebruikt.
Heel wat pony’s en paarden komen zelfs helemaal niet in een weiland. Gelukkig zijn er veel natuurlijke (genees)middelen te verkrijgen in de winkel.
Weerstand
Weerstand is een hele goede eigenschap van het lichaam. Zonder hulp van buitenaf kan het lichaam een goede conditie houden en kleine ziektes zelf overwinnen of op afstand houden. Knap, he?
Op sommige momenten kan die weerstand ietsje minder goed zijn. Dat kan zijn als je pony het heel druk heeft, als hij veel traint of veel wedstrijden moet rijden. Maar oudere, drachtige of opgroeiende paarden hebben ook een slechtere weerstand. Ze zijn net iets vatbaarder voor kwaaltjes.
Een natuurlijk hulpmiddel is levertraanolie. Dat is een olie die gemaakt wordt van kabeljauw. Wist jij dat vroeger bijna alle kinderen in de winter levertraanolie kregen? Daar zit namelijk veel vitamine A en D in. Dat zijn stoffen die helpen om ziektes te voorkomen en ze hebben een gunstige uitwerking op botten en haren. Je kunt per dag zo’n twee eetlepels over het voer gieten. Vooral in de winter is dat een aanrader. Maar let op, want levertraanolie heeft een sterke smaak en niet iedereen lust dat, dus probeer het eerst uit met een klein beetje.
Een andere middeltje dat goed werkt voor de weerstand is een vitamineshot. Dat is een plastic tubetje met vloeistof. En dat zit boordevol vitamine A en D. Als je dat aan je paard geeft, kan hij er voorlopig weer tegenaan.
Zit je pony in de verhaarperiode? Dan kun je hem lijnzaad voeren om de weerstand te verhogen. Dat is verkrijgbaar in olie, brokjes, granulaat en ook in de oorspronkelijke vorm. Als je lijnzaad in de oorspronkelijke vorm koopt, moeten de zaadjes een poosje gekookt worden voordat ze gevoerd kunnen worden. Dat is omdat anders het giftige blauwzuurgas vrij kan komen.
In de groei
Paard groeien tot ongeveer hun vierde jaar. Om gezond en sterk te worden, hebben ze extra bouwstoffen nodig. Zolang het veulen bij zijn moeder drinkt, krijgt hij alle vitaminen en mineralen binnen belangrijk voor hem zijn. Maar als het veulen gespeend wordt, moet je zelf zorgen dat hij het juiste voer binnenkrijgt.
Ga niet zomaar vitaminen en mineralen voeren. Zorg dat je alles in de juiste verhoudingen geeft. Een goede veulenbrok is speciaal gemaakt voor de groei van jonge dieren. Al heel snel na de geboorte kun je je veulentje een beetje van die brokjes gaan bijvoeren en dit kun je gewoon volhouden als hij van zijn moeder af is. Je hoeft dan alleen nog te zorgen dat het veulen ook goed ruwvoer krijgt. Extra vitaminen en mineralen zijn overbodig.
Beweging en frisse lucht doen de rest. Als je ervoor kiest om je pony granen te voeren, is het belangrijk dat hij genoeg kalk binnenkrijgt. Doordat er in granen en zemelen veel fosfor zit, wordt er weinig kalk opgenomen door het lichaam. Kalk is heel goed voor de botten en als je pony daar te weinig van krijgt, kan hij last krijgen van vergroeiingen en zwakke botten. Kalk ziet eruit als wit poeder en er bestaan speciale kalkproducten die je kunt voeren.
Een schoolbordkrijtje is ook van kalk gemaakt, maar ja, dat kun je moeilijk aan je pony voeren!
Hard werken
Ieder ponylichaam bestaat voor een groot deel uit water, ook al zou je dat niet zeggen van de buitenkant. Via urine, ademhaling en zweet verlaat dat vocht het lichaam met kleine beetjes. Als een pony zich veel inspant, zweet hij veel meer. Net als bij mensen. Daarom moet hij ook meer water binnenkrijgen om het vochttekort weer aan te vullen.
Door al dat zweten, gaan er ook veel lichaamszouten mee naar buiten.
Om nu te zorgen dat je pony zo snel mogelijk weer genoeg vocht en zout in zijn lichaam krijgt, kun je hem electrolyten voeren. Daar begin je een paar dagen voor de wedstrijd mee en je houdt dat nog een paar dagen erna vol. Electrolyten zijn verkrijgbaar in poedervorm, meestal in een bus of blik. Lees goed de gebruiksaanwijzing.
Sportpony’s en -paarden worden zwaar belast. Daarom is het heel goed om ze voer te geven waar genoeg energie in zit. Een verhoogde hoeveelheid krachtvoer is heel belangrijk. Op de verpakking van hardvoer zoals brokken, granen of muesli’s staat vermeld hoeveel het voer per kilo aan energie bevat. Dat getal wordt uitgedrukt in de zogenaamde VEP-waarde (Voeder Eenheid Paarden).
Daarnaast kun je ze een extraatje geven in de vorm van een voedingssupplement met vitaminen en mineralen. Er bestaan ook kant-en-klare kruidenmengsels voor sportpony’s
Oud en stram
Oude paarden hebben vaak minder trek in eten. Controleer eerst of het gebit wel in orde is. Hiervoor kun je een paardentandarts inschakelen. Als het niet aan het gebit ligt, kun je bijvoorbeeld wat wortelen bij het voer doen. Dat wekt vaak de eetlust van het paard wat op. Dat kun je ook doen met munt, paardenbloemen en foenegriek. Paardenbloemen kun je gemakkelijk zelf plukken. Geef je pony een paar handenvol per dag. Foenegriek is een kruid dat je kunt krijgen in een poedervorm. En je kunt het langere tijd achter elkaar gebruiken. Verse munt ruikt lekker, en een half ons per dag is genoeg.
‘Rust roest’ is niet voor niets een bekend spreekwoord. Dus laat je oudere pony lekker veel bewegen. Zet hem in de wei of paddock, of ga lekker met hem wandelen. Zorg ook dat hij het warm genoeg heeft door in koude tijden een deken op te leggen. Een droge plek stelt een pony ook zeer op prijs.
Als je ziet dat je pony traag beweegt en last lijkt te hebben van zijn gewrichten, kan het zijn dat hij reuma of artrose heeft. Dat kun je verlichten door het voeren van knoflook en lijnzaad. Raadpleeg je arts als het ernstig is.
Als een pony voor zijn doen hard heeft gewerkt, kan het zijn dat hij last krijgt van stijve spieren. Dan kun je hem helpen door hem te masseren. Zo loopt de bloeddoorstroming weer soepeler en daardoor worden de afvalstoffen sneller afgevoerd. Je kunt bij het masseren gebruik maken van verwarmende middelen.
Rijd een oudere pony altijd lang genoeg los voordat je echt aan het werk gaat en let extra op dat hij niet te snel afkoelt na de inspanning. Stap ook altijd rustig en lang genoeg uit.
Slechte hoeven
Een gezonde hoef groeit voldoende aan, brokkelt niet en heeft geen scheuren. Om hoeven gezond te houden, kun je een aantal maatregelen nemen. Zorg in elk geval dat je pony voldoende beweging krijgt, zodat er bloed door de hoef wordt gepompt. Zo worden voedingsstoffen aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd.
Wat ook belangrijk is, is dat de hoeven vocht kunnen opnemen. Als je pony de hele dag op een schoon stalbed staat, komt er nooit water op zijn voetjes. Maak de hoeven elke dag goed nat met water. Eventueel kun je ze daarna af en toe invetten, zodat het vocht in de hoef blijft zitten. Overdrijf dat invetten niet. Vet stoot water af, dus je voorkomt dan dat de hoef vocht opneemt!
Je kunt ook laurierzalf gebruiken. Dit is een groene zalf waarmee je de kroonranden (de plaats waar vlees overgaat in de hoorn, bovenaan de hoef) kan masseren. Je houdt ze dan soepel en de aangroei van hoorn wordt gestimuleerd.
Een andere manier om hoefproblemen op te lossen, is via het toedienen van bepaalde voedingsstoffen. Een bekende stof in dit geval is biotine. Biotine is verkrijgbaar in poedervorm. Een dagelijkse dosis toevoegen aan het voer kan veel goeds doen voor de hoorngroei. Om te zien of het resultaat heeft, moet je het meer dan een half jaar gebruiken! Het duurt namelijk gemiddeld een jaar voor de hoef, om zich te vernieuwen, van boven naar beneden gegroeid is. Ook andere stoffen als zink en kalk worden vaak aan biotine toegevoegd.
Een laatste, simpel middel tegen rotstraal is bruine teer dat je op de onderkant van de hoeven smeert. Neem ook de straalgroeven goed mee.
Insecten
Met name in de zomer kunnen insecten een ware plaag vormen voor een pony. Ze steken, bijten, veroorzaken daarmee jeuk - in het ergste geval zomereczeem - en zelfs oogontstekingen. Gebruik in ieder geval een vliegenhalster of ogennetje voor het hoofd. Een pony met zomereczeem mag niet met schemering in de wei, want dan zijn de muggen die de allergische reactie veroorzaken, juist actief.
Je kunt verder nog een aantal onschuldige middelen gebruiken in de strijd tegen het insect.
Allereerst van buitenaf. Er zijn allerlei lotions, sticks en sprays op natuurlijke basis te koop die insectenwerend zijn. Je kunt ook je pony insmeren met een spons en een mengsel van appelazijn en water. Een sterker middel maak je door een deel citronella aan te vullen met menthol en dit te verdunnen met water. Ook dit is bedoeld om je pony mee in te smeren om de muggen op afstand te houden. Er komt namelijk een sterke lucht vanaf en dat zal de vervelende zoemertjes wel op afstand houden.
Op dezelfde manier, maar dan van binnenuit, werkt het toedienen van knoflook door het voer. Insecten vinden de geur van knoflook niet prettig. Er bestaat knoflookpoeder, maar je kunt natuurlijk ook iedere dag een aantal verse teentjes door het voer mengen.
Spanning
Is je pony toch gestoken, probeer dan eens een rauwe ui over de plek te wrijven, dit geeft vaak verlichting. Een andere mogelijkheid is inwrijven met verse blaadjes munt of toverhazelaar. Heeft je paard last van irritatie aan de ogen, dan kun je dat voorzichtig schoonmaken met een aftreksel van ogentroost.
Net zo goed als mensen kunnen ook pony’s nerveus zijn. Voor een ruiter is het wel wat lastig als de pony heel gespannen is. Ga altijd eerst na of je je pony wel genoeg beweging geeft. Als hij namelijk een paar dagen niet heeft gewerkt, maar op stal stond, vraag je om moeilijkheden als je er zo op gaat zitten! Longeer hem eerst of laat hem een uurtje los. Bescherm dan wel de benen!
Controleer ook altijd of je je pony niet te veel energie toedient in de vorm van hardvoer. Je kunt beter wat meer hooi en wat minder brokjes geven als je pony een ‘hete’ is.
Er is een aantal kruiden die een rustgevende werken hebben. Dit zijn bijvoorbeeld kamille, valeriaan, st. janskruid en passiebloem. Ook hop werkt kalmerend. Valeriaan en hop mogen niet lang achter elkaar gebruikt worden. Er zijn kant-en-klare kruidenmengsels, maar ook homeopatishe drankjes te koop.
Een tekort aan magnesium kan een overgevoelig paard tot gevolg hebben. Deze stof is van belang voor een goed functionerend zennuwgestel.
Geuren spelen een grote rol in het leven van een paard. Sommige geuren werken kalmerend. Het kan helpen je handen in te smeren met een paar druppels lavendelolie voor je aan het werk gaat met een zenuwachtige pony. Oranje bloesemolie is ook rustgevend. Eventueel wrijf je een mengsel van deze twee in je pony’s voorlok zodat hij de geur blijft ruiken en de kalmerende werking ondergaat.
Spierpijn
Heb jij weleens gehoord van ‘verzuring van de spieren’? Er wordt mee bedoeld dat de spieren bij een grote krachtinspanning hun afvalstoffen niet voldoende kwijt kunnen en daardoor niet goed meer werken.
Je kunt je pony bij spierpijn helpen door hem te masseren. Je stimuleert daarmee de bloedsomloop en dus de afvoer van afvalstoffen. Je kunt daarbij gebruik maken van een massagecrème waar bijvoorbeeld arnica in zit. Een bekend homeopatisch middel tegen spierpijn is SRL-gelei. Hier zit onder andere een hamamelisextract (een aftreksel van toverhazelaar) in.
Warmte is ook erg belangrijk voor een pony met spierpijn. Daarom moet je je pony altijd laten warmdraaien voor je hem oefeningen laat doen. Ook na het werk is het goed de spieren warm te houden door je pony een deken op te doen, of wanneer je over die luxe beschikt, hem onder het solarium te zetten.
Zoals gezegd, is een goede bloedsomloop van belang om spierpijn te voorkomen. Knoflook bijvoorbeeld werkt zuiverend en kun je makkelijk toevoegen aan het voer. Daarnaast heeft het lichaam voor een goede spieropbouw de stof selenium en vitamine E nodig.
Waarschuw meteen de dierenarts als je pony ineens stijf gaat lopen, donker plast en/of begint te zweten. Zet je pony stil en houd hem warm. Je kunt dan namelijk met maandagziekte te maken hebben. Dat is een ziekte waarbij de spieren worden afgebroken
Vermoeidheid
Alle paarden en pony’s zijn weleens moe. Bijvoorbeeld omdat ze hard hebben gewerkt, erg nerveus zijn geweest, net een veulen hebben geworpen of veel nieuwe indrukken te verwerken hebben gekregen.
Na een zware ziekte blijven paarden veelal nog een poosje sneller vermoeid. Pony’s die keihard groeien, moeten veel energie gebruiken en houden dus wat minder over om rond te rennen.
In combinatie met witte slijmvliezen en een korte ademhaling kan lusteloosheid een gevolg zijn van bloedarmoede. Bijvoorbeeld na een worminfectie of als pony’s te weinig te eten krijgen. Laat direct je dierenarts komen als je bloedarmoede vermoedt. Hij kan een bloedonderzoek doen. Een ijzerdrank met ijzer en andere toegevoegde stoffen als vitamine B kan helpen. Zemelen bevatten veel vitamine B, net als gedroogde brandnetels.
Naast ziektes (altijd je arts erbij halen) zijn worminfecties ook veroorzakers van vermoeidheid. Een worminfectie is alleen te bestrijden met een ontwormingsmiddel in combinatie met een schone wei en stal.
Soms kan vermoeidheid een simpele oorzaak hebben: verveling. Doe niet iedere dag hetzelfde met je pony, maar wissel eens af. Doe een stapje terug als je de laatste tijd zwaar getraind hebt, ook pony’s kunnen overtraind raken!
Dikke benen
Met droog beenwerk wordt bedoeld dat je de pezen en botten in het been van je pony duidelijk kunt zien. Als de benen wat dikker zijn en je met je vinger het vlees in kunt drukken, is dat een teken dat de bloedsomloop verstoord is. Allerlei zaken kunnen hiervan de oorzaak zijn.
Het kan een kwestie van ouderdom zijn. Zo veel mogelijk bewegen is het advies. Ook de zogenaamde stalbenen, die ontstaan door het veel op stal staan, worden weer dun na beweging. Echter, als ze stilstaan, ‘lopen ze weer vol’. Een pony heeft geen pijn aan stalbenen. Door het gebruik van stalbandages kan de klacht afnemen.
Na het werk de benen langdurig (tien minuten per been) afspuiten met koud water is een eenvoudig middel om dikke benen tegen te gaan. Je kunt ze na het rijden ook in de klei of groene leem plakken. Dit is verkrijgbaar in tubes of potten. Soms is de klei nog verrijkt met bijvoorbeeld toverhazelaar.
Anders wordt het wanneer zwellingen het gevolg zijn van een onsteking of een wond. Roep dan altijd even de hulp in van je dierenarts. Ook de huidziekte mok kan zwelling tot gevolg hebben. Een keer goed schoonmaken en daarna het been niet meer nat maken. Dan insmeren met bijvoorbeeld een mengsel van zoete olie en zwavel, of zinkzalf.
Wonden
Grote of diepe wonden moeten altijd door een dierenarts bekeken worden. Voordat hij geweest is, mag je niets op de wond smeren, want het kan zijn dat er gehecht moet worden. Je kunt hooguit met een zacht waterstraaltje proberen de wond wat te reinigen.
Kleine, ondiepe wondjes mag je zelf insmeren met levertraanzalf of zinkzalf. Levertraanzalf houdt de wondranden soepel en heeft een ontsmettende werking. Ook planten en kruiden kunnen een genezende werking hebben, zoals goudsbloemextract.
Verse varens hebben een bloedstelpende werking, maar beschouw ze maar als een noodhulp terwijl je op de dokter wacht.
Bij bloeduitstortingen, oftewel blauwe plekken, kan je arnicazalf gebruiken, maar niet op open wonden!
Blauwtinctuur is geen aanrader. Het sluit een wond helemaal af.
Ontstoken wonden kunnen heel goed behandeld worden met groene klei. Dat heeft de eigenschap om viezigheid uit de wond te trekken en het werkt bloedzuiverend. De vorming van gezond nieuw weefsel wordt dan gestimuleerd en de kans op littekenvorming wordt kleiner. De toepassing moet langere tijd dagelijks volgehouden worden. Lees goed de bijsluiter. Ook een knoflookcompres helpt bij vieze of ontstoken wonden.
Hoesten
Een paard of pony hoort zo veel mogelijk frisse lucht te krijgen, maar wel op een gezonde manier. Anders kan je pony gaan hoesten en snotteren. Dit kan echter ook een andere oorzaak hebben, dus hou het goed in de gaten.
Zorg voor een buitenbox, of als dat niet mogelijk is, voor een gezond stalklimaat. Laat altijd een raam open staan (ook als het vriest), maar zorg dat het niet gaat tochten.
De box goed schoonhouden is een tweede maatregel voor zuivere lucht. Urine bevat namelijk ammoniakdampen die schadelijk zijn voor de longen van je paard.
Stof is een andere boosdoener. Gebruik daarom alleen schoon, schimmelvrij stro. Een allergisch paard moet op zaagsel of andere stofvrije bodembedekking staan en mag geen ongeweekt hooi hebben. Ook niet vegen als het paard op stal staat, en buiten poetsen, dat scheelt een hoop stof.
Als je pony gaat hoesten, moet je de dierenarts erbij halen. Deze kan bepalen of het om een infectie, een allergie of een ontsteking gaat.
Middelen die je zelf ter voorkoming kan toepassen, zijn het kruid foenegriek en knoflookpoeder.
Verder kun je je pony laten stomen met eucalyptusolie als hij verkouden is. Doe een paar druppels op wat schoon hooi in een emmer. Giet er warm water op en hang deze om het hoofd van je pony. Je kunt ook op de stalbodem wat eucalyptusolie of menthol sprenkelen.
Hoestkruiden ten slotte zijn bijvoorbeeld anijs, brandnetel, tijm, vlier en hysop.